De Waddenzee is een ondiepe zee met een vrij vlak kustgebied, bestaande uit duinen, wetlands, estuaria, stranden, zoutwatermoerassen, modderplaten en zandbanken. De Waddenzee en het Waddengebied lopen van de kust bij Den Helder in Nederland langs de kust van Duitsland met de nationaalparken van Sleeswijk-Holstein en Neder-saksen, tot Esbjerg in Denemarken. Een waddengebied moet tegen sterke zeestromingen zijn afgeschermd, bij de Waddenzee zijn dat de Waddeneilanden. Wadden zijn de modder- en zandbanken, die in een ondiepe zee ontstaan. Wadden worden twee keer per etmaal door het getij overstroomd, de stroming neemt modder mee, op rustige plekken bezinkt dit tot slik en modderplaten, waar zeehonden uitrusten. Door de stroming is de Waddenzee nooit hetzelfde, er ontstaan steeds nieuwe watergeulen, tijdens eb vallen stukken land droog. Wadden kunnen door het slik aangroeien tot boven zeeniveau en worden kwelders en schorren. Kwelders staan regelmatig onder water, schorren vallen op den duur helemaal droog. Schorren en kwelders liggen op de grens van het land en de zee. Schorren worden ingedijkt en in cultuur gebracht, zolang dat niet gebeurt is loopt het zeewater via geulen de schorren binnen. Op de schorren ontstaat hierdoor een weelderige groei van zoutminnende planten. Talrijke planten- en diersoorten komen voor in het waddengebied, de wadden zijn het overwinterings- en broedgebied van miljoenen vogels per jaar. Het Duitse en Nederlandse deel van de Waddenzee kregen in 2009 de status Werelderfgoed, het werd in 2014 uitgebreid met het Deense deel van de Waddenzee. De Waddenzee is een natuurlijk Werelderfgoed, het staat ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO als: Wadden Sea.
www.werelderfgoedfotos.nl © Copyright World Heritage Photos
De Waddenzee strekt zich uit langs de Noordzeekust van drie landen, van de Nederlandse stad Den Helder, langs de riviermondingen in het noordwesten van Duitsland tot voorbij Esbjerg in Denemarken. De Waddenzee is het grootste getijdengebied ter wereld en van grote ecologische waarde, een bijzondere omgeving voor dieren en zoutminnende planten, een broedplaats voor vogels zoals de visdief, kluut, lepelaar, strandplevier, en trekvogels foerageren en rusten er uit.
De Waddenzee strekt zich uit langs de Noordzeekust van drie landen, van de Nederlandse stad Den Helder, langs de riviermondingen in het noordwesten van Duitsland tot voorbij Esbjerg in Denemarken. De Waddenzee is het grootste getijdengebied ter wereld en van grote ecologische waarde, een bijzondere omgeving voor dieren en zoutminnende planten, een broedplaats voor vogels zoals de visdief, kluut, lepelaar, strandplevier, en trekvogels foerageren en rusten er uit.
Waddenzee: Op de kwelders van de Waddenzee groeien talloze zoutminnende plantensoorten. De zeekraal (Salicornia) is een pioniersoort en kan alleen overleven, als ze enkele uren per dag onder water staat. Tijdens de groei neemt ze veel zout op en kan als geen enkele andere plant zoute omstandigheden zo goed verdragen. Het Deense deel van de Waddenzee werd in 2008 ondergebracht in Nationalpark Vadehavet, het sluit aan op het Duitse deel van de Waddenzee.
De Waddenzee: De schorren en kwelders liggen op de grens van land en zee. Schorren worden ingedijkt en in cultuur gebracht, maar zolang ze niet zijn ingedijkt loopt het zeewater via geulen de schorren binnen. Daardoor ontstaat op de schorren een weelderige groei van zoutminnende planten. Talrijke planten- en diersoorten komen voor in het waddengebied, ieder jaar komen er miljoenen vogels overwinteren en broeden.
De Waddenzee: Het kustgebied van de Waddenzee bestaat uit duinen, wetlands, modderplaten, zoutmoerassen, estuaria, stranden en zandbanken. Als de zee zich terugtrekt, komen er dieren tevoorschijn, zoals zeesterren, krabben en mosselen, zeehonden vinden op de zandbanken een rustplaats en krijgen er jongen. Wadlopen is een unieke en avontuurlijke manier om de wadden te ontdekken. De Waddenzee is erg verraderlijk, dus ga met een bevoegde gids wadlopen.
Het Deense deel van de Waddenzee: De Sneum Sluis bij de monding van de rivier de Sneum Å. De sluis ligt circa 14 km ten zuidoosten van de Deense stad Esbjerg. In Denemarken monden de meeste rivieren via dijksluizen uit in de Waddenzee. Het waddengebied is een populaire broed- en rustplaats voor een groot aantal soorten watervogels. In voor- en najaar zijn grote zwermen trekvogels te zien op en boven de wadden.
De Waddenzee in Denemarken: De rivier de Sneum Å mondt uit in de Waddenzee via de Sneum Sluis. De sluis ligt bij het dijkmeer van Sneum, het Sneum Digesø, het ligt net binnen de zeedijk. Het Sneum Digesø ontstond in 1991 door het uitgraven van kleigrond, die gebruikt werd om de dijken langs de Waddenzee te versterken. In Denemarken is het Sneum Digesø een goede plek om vogels te spotten, hier werden op hetzelfde tijdstip 264 vogelsoorten waargenomen.
Waddenzee in Denemarken: Een 9 km lange betonnen dam leidt over de wadden en kwelders van de Waddenzee naar Rømø, het zuidelijkste Waddeneiland van Denemarken. De Waddenzee in Denemarken loopt vanaf de stad Esbjerg tot aan de grens met Duitsland en omvat de Deense waddeneilanden Rømø, Mandø, Fanø, het onbewoonde eilandje Langli, schiereiland Skallingen, het stille water van de Ho Bugt bij Esbjerg, de vallei van de rivier de Varde Å en veel moerassen.
De Deense Waddenzee: De molens en het molenhuis van de Ballum Enge nabij Bredebro. Vanaf 1842 tot aan 1965 werden de molens in de Ballum Enge gebruikt voor het oppompen van water voor het vee. De twee houten molens werden in 1890 vervangen door twee ijzeren molens. De molens staan in de Balummarsken, de zoutmoerassen van Ballum. De Ballum Enge ligt achter de dijk van de Waddenzee, tussen de steden Tønder en Ribe, de oudste stad van Denemarken.
In het historische centrum van de Deense stad Tønder staan huizen uit de 17de en 18de eeuw. De voormalige Hanzestad had ooit een haven aan de Waddenkust, maar door landwinning ligt de stad nu niet meer aan zee. Het Duitse- en Nederlandse deel van de Waddenzee werden in 2009 een Werelderfgoed van UNESCO, in 2014 werd het uitgebreid met het Deense deel van de Waddenzee. De Waddenzee is een beschermd natuurgebied.
De Waddenzee is een rijke voedselbron voor vogels. Bij laagtij vallen zandplaten droog. Vogels kunnen zich dan voeden met slakken, wormen, mosselen, krabben en garnalen. De Waddenzee wordt bedreigd door menselijke activiteiten, zoals het boren naar gas, het gevolg hiervan is dat vogelsoorten uit het waddengebied dreigen te verdwijnen. Bedreigde vogelsoorten zijn o.a. de bonte zandloper, eidereend, kemphaan, kluut, noordse stern, scholekster en watersnip.
De Deense Waddenzee: De rivier de Vidåen mondt, via de Vidå sluis in de Duits-Deense Dijk bij Højer, uit in de Waddenzee. De Duits-Deense Dijk, de Fremskudte Dige, strekt zich uit over de grens tussen Denemarken en Duitsland. De 12 km lange zeedijk werd in 1980 gebouwd om te voorkomen, dat de stad Tønder en de zoutmoerassen rond Tønder zouden overstromen. Ook rond de stad Ribe liggen zoutmoerassen, die door dijken worden beschermd.
De Deense Waddenzee: De Højer Sluse werd in 1861 gebouwd in de Højer-Siltoft, een dijk langs de Waddenzee bij Tønder. Het waddengebied is bij vogelaars beroemd om het natuurfenomeen Sort Sol, Zwarte Zon, dat zich tijdens de schemering voordoet als honderdduizenden spreeuwen zich verzamelen en tijdens hun vlucht enorme wolken formeren en zo de zon verduisteren. Het fenomeen doet zich in het hele waddengebied voor, vooral rond Tønder en het veel noordelijker gelegen Ribe.