Het Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Het klooster van St. Johannes in Müstair werd rond het jaar 775 gesticht, waarschijnlijk in opdracht van Karel de Grote, als dank voor zijn veilige doortocht door de Alpen. Het klooster in Müstair is een van de weinig overgebleven bouwwerken uit de Karolingische periode. Het Benedictijner klooster in Müstair staat bekend om de grootste reeks figuratieve muurschilderingen in Zwitserland, karolingische fresco's, geschilderd omstreeks het jaar 800, en romaanse fresco's en stucwerk uit de 12de eeuw. De fresco's en muurschilderingen sieren de gehele Karolingische St. Johanneskerk. Nergens ter wereld zijn fresco's uit de 8ste eeuw in deze omvang bewaard gebleven. Ondanks de latere verbouwingen zijn de St. Johanneskerk en de Heilige Kruiskapel grotendeels behouden in de Karolingische stijl. De versterkte Plantatoren werd gebouwd rond het jaar 960 als bescherming tegen de barbaren, die het keizerrijk van Otto I bedreigden. De Plantatoren wordt beschouwd als de oudste versterkte woontoren in de Alpen. In 2015 woonden er nog twaalf nonnen in het klooster van St. Johannes in Müstair. Müstair is het meest oostelijk gelegen dorp in Zwitserland. Het dorpje staat sinds 1923 bekend onder de Reto-Romaanse naam Müstair in plaats van de Duitse naam Münster. Het Benedictijner klooster van St. Johannes ligt in de Val Müstair, de vallei met het aangrenzende Zwitserse Nationale Park Naziunal is het eerste Biosfeerreservaat van UNESCO in het Alpine hooggebergte. De Val Müstair is vanuit Zwitserland alleen toegankelijk via de 2149 m hoge Ofenpas. Het Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair kreeg in 1983 de status Werelderfgoed en werd ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO als: Benedictine Convent of St. John at Müstair.
www.werelderfgoedfotos.nl © Copyright World Heritage Photos
Het Benedictijner klooster van St. Johannes in het Zwitserse dorpje Müstair is een van de weinig overgebleven bouwwerken uit de Karolingische tijd. Het Benedictijner klooster van St. Johannes werd rond 775 AD gesticht, waarschijnlijk in opdracht van keizer Karel de Grote, als dank voor zijn veilige doortocht door de Alpen. Het klooster staat bekend om de grootste reeks figuratieve muurschilderingen uit ongeveer 800 AD en de romaanse fresco's en stukwerk uit de 12de eeuw.
Het Benedictijner klooster van St. Johannes in het Zwitserse dorpje Müstair is een van de weinig overgebleven bouwwerken uit de Karolingische tijd. Het Benedictijner klooster van St. Johannes werd rond 775 AD gesticht, waarschijnlijk in opdracht van keizer Karel de Grote, als dank voor zijn veilige doortocht door de Alpen. Het klooster staat bekend om de grootste reeks figuratieve muurschilderingen uit ongeveer 800 AD en de romaanse fresco's en stukwerk uit de 12de eeuw.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: De Heilige Kruiskapel staat op het kerkhof van het klooster. De kapel werd eveneens gebouwd in de Karolingische tijd. Het klooster van St. Johannes en de Heilige Kruiskapel in Müstair zijn twee van de weinige nog bestaande gebouwen uit de Karolingische periode. Het fundament van de Heilige Kruiskapel is aangelegd in de vorm van een klaverblad. In de kapel bevinden zich twee kleine kapellen, die boven elkaar liggen.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Het hoogaltaar in de kloosterkerk. Het fresco achter het hoogaltaar van de kerk toont de onthoofding van Johannes de Doper. Oorspronkelijk was de kloosterkerk exclusief voor de bewoners van het convent gereserveerd, maar tijdens de Protestantse Reformatie in de 16de eeuw werd het eveneens een parochiekerk. De kerk van het klooster van St. Johannes in Müstair is gewijd aan Johannes de Doper.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Het wapenschild van keizer Karel de Grote werd geschilderd op het kerkgewelf, zijn standbeeld staat tussen de centrale en de zuidelijke apsis van de kerk. Aan het eind van de 15de- en het begin van de 16de eeuw werden gotische details aan de kerk toegevoegd. Opmerkelijk zijn de gotische gewelven. Eveneens werden er in de zuidelijke muur grotere ramen aangebracht, waardoor meerdere fresco's werden vernietigd.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Een fresco van de Christus Pantocrator in de centrale apsis van de kloosterkerk van Johannes de Doper in Müstair. De apsis is gedecoreerd met Karolingische fresco's van Christus, die wordt omringd door twaalf apostelen en engelen. De Christus Pantocrator verwijst naar een specifieke afbeelding van Christus. Het Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair kreeg in 1983 de status Werelderfgoed van UNESCO.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: De fresco's op de muren van de kloosterkerk dateren voor het merendeel uit de vroege 9de eeuw. De meeste fresco's verbeelden scènes uit het leven van Christus, op de westelijke muur staat een fresco van het Laatste Oordeel. In latere eeuwen werden de fresco's bedekt met witte muurverf, ze werden herontdekt in de 20ste eeuw. Ondanks latere verbouwingen is de kerk grotendeels behouden in de Karolingische stijl.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Een sculptuur in haut-reliëf toont de doop van Christus door Johannes de Doper, het werd op de noordelijke muur van de kloosterkerk aangebracht, toen ook de andere gothische veranderingen werden aangebracht. De doop van Christus was het meest belangrijke moment in het leven van Johannes de Doper, belangrijker dan zijn onthoofding. De kerk van St. Johannes in Müstair is gewijd aan Johannes de Doper.
Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair: Een zonnewijzer op muur van de Planta- toren. De versterkte Plantatoren werd gebouwd rond het jaar 960 en ingericht als woonruimte. De Plantatoren wordt beschouwd als de oudste, versterkte woontoren in de Alpen. De toren is vernoemd naar de abdis Angelina von Planta, die het interieur liet herbouwen na een brand in 1499. Sinds 2003 herbergt de Planta toren het kloostermuseum.
De Plantatoren rijst hoog uit boven het Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair. Het klooster ligt in de Val Müstair, de meest geïsoleerde vallei in heel Zwitserland. De Val Müstair is samen met het aangrenzende Zwitserse Nationale Park Naziunal het eerste Biosfeerreservaat van UNESCO in het Alpine hooggebergte. De Val Müstair is vanuit de rest van Zwitserland alleen toegankelijk via de Ofenpas.
De Ofenpas, ook de Fuorn Pas genoemd, is een hoge bergpas in de Alpen in Zwitserland. Het Benedictijner klooster van St. Johannes in Müstair ligt in de Val Müstair, de meest geïsoleerde vallei in Zwitserland. De Val Müstair is vanuit Zwitserland alleen toegankelijk via de 2149 meter hoge Ofenpas. Een groot deel van de pas loopt door het Zwitserse Nationale Park Naziunal, het eerste Biosfeerreservaat van UNESCO in de Alpen.